La bibliothèque numérique kurde (BNK)
Retour au resultats
Imprimer cette page

Poëzie uit Koerdistan


Auteur : Multimedia
Éditeur : Tigrîs Date & Lieu : 1987, Brussel
Préface : Pages : 62
Traduction : | ISBN :
Langue : NéerlandaisFormat : 150x210 mm
Code FIKP : Liv. Fla.Thème : Poésie

Présentation
Table des Matières Introduction Identité PDF
Poëzie uit Koerdistan

Poëzie uit Koerdistan

Tigris is een v.z.w. ontstaan uit de vriendschap en de samenwerking tussen enkele Koerden en Vlamingen.

Zij publiceert in verschillende talen en beoogt een breder publiek met de Koerdische literatuur te loten kennismaken.

Waar is mijn Koerdistan ?

Waar is mijn land en paradijs,
De vijand heeft alles bezet, ach.

Ach, waar is mijn rozentuin,
Ach, waar is mijn Koerdistan!

Zij heeft ons gebaard,
Maar we lieten haar te vlug los,

Zij heeft van ons een mens gemaakt,
Ach, waar is mijn Koerdistan!

.....


Inleiding

Het is ondenkbaar dat het je na zoveel eeuwen 'beschaving' verboden wordt in je eigen Land, dat zieh uitstrekt over een half miljoen vierkante kilometer, je eigen taal te spreken, laat staan te schrijven. Dat de eenvoudige uitspraak 'Ik ben Koerd' voldoende is om voor onbepaalde tijd de gevangenis in te vliegen en op de meest onmenselijke manieren te worden gefolterd. Het is nog minder denkbaar als je bovendien deel uitmaakt van een volk dat waarschijnlijk 24 miljoen Jeden telt, na de Arabieren, Turken en Perzen West-Azie's vierde volk in getalsterkte.

Het zal je maar overkomen. Het overkomt je als je toevallig Koerd bent. Het is ondenkbaar dat in landen waar de pers "vrij" is en zowat dagelijks wordt gesproken en geschreven over de Polen, de Afghanen, de Palestijnen, de bittere strijd van de Centraal- en Zuidamerikaanse volkeren, je met een vergrootglas de berichtgeving over Koerdistan moet zoeken. Nochtans vormde de Koerdische kwestie de aanleiding tot de Golfoorlog en speelt deze veelbesproken oorlog zich o.m. op hun grondgebied af. Irak eiste nl. na de val van de Sjah petroleumrijke grondgebieden van Iran terug die destijds aan de Sjah werden gegeven in ruil voor stopzetting van diens steun aan de Koerdische vrijheidsstrijd in Zuid-Koerdistan.

De Koerden zijn een Westaziatisch volk van Indo-Europese oorsprong, waarschijnlijk afstammelingen van de Meden.

Het verdrag van Sèvres (1920) voorzag een "lokale autonomie voor de Koerdische regio".

De Koerden hoopten op erkenning, temeer daar in Europa het nationaliteitenprincipe werd aanvaard. Maar dit verdrag werd nooit uitgevoerd. Drie jaar later werd het verdrag van  Lausanne (1923) ondertekend; het weerspiegelt volledig de standpunten van de Turkse staat. Koerdistan werd verdeeld over vier landen: Turkije, Iran, Irak, Syrië. Aan de fundamentele rechten van de Koerden werd in dit pakt voorbijgegaan. Het is dan ook begrijpelijk dat een volk dat gekneld zit en gewurgd wordt door minstens vier landen tegelijk, in al zijn uitingen zo nationalistisch overkomt.

Alleen in de Sovjet-Unie, in de bevrijde gebieden in Zuid- en Oost-Koerdistan wordt in het Koerdisch onderwezen. Bij gebrek aan een centrale staats- of onderwijsinstantie kon zich nog geen Algemeen Beschaafd Koerdisch ontwikkelen en geen voor alle betrokkenen bindend schrift worden voorgeschreven. Hieraan wordt echter wel gewerkt (Congres Catalonië april 1987 georganiseerd door het Koerdisch Instituut in Parijs met Koerdische schrijvers en taalkundigen).

Het analfabetisme is in Koerdistan ontzettend hoog, 70 tot 90 procent. De stelling dat géén levende taal met een vergelijkbaar aantal sprekers er cultureel zo hachelijk voorstaat als het Koerdisch lijkt houdbaar. De hoofdoorzaak hiervan ligt in de stelselmatige onderdrukking van het Koerdisch in vooral Turkije Iran, Irak en Syrië.

Taalkundig en etnisch vormen de Koerden sauren met de Christelijke Arameeërs een uitzondering in de voor het overige erg homogene Arabische wereld.

De Koerden spreken een Indo-Europese taal die tot de Noordwestelijke groep van de Iraanse talen behoort. Zij bekleedt de derde belangrijkste plaats in de Iraanse taalfamilie, na het Afghaans en het Perzisch.

Volgens de specialisten N. Marr, 0. Mann, V. Minorsky en Wiskander bewaart het Koerdisch zijn specifieke eenheid ondanks de verschillende dialecten. Volgens Minorsky (1) bestaat er een afgetekend verschil met het Perzisch. J. de Morgan (2) zegt nog duidelijker dat het Koerdisch geen Perzisch dialect is, maar "een afzonderlijke taal, zuster van het Perzisch, en mischien ouder".

Van taalkundig standpunt onderscheidt men de volgende dialectenzones:

1. Het Koermandji dat door ca. 60 % van de Koerden wordt gesproken.

2. Het Sorani of Mukriani dat door ca. 30 % van de Koerden wordt gesproken.

3. Het Louri wordt door ca. 10 % van de Koerden gesproken.

Voor het Koerdisch worden zowel het Latijnse, het Perzo-Arabische als het Cyrillische schrift gebruikt. Dit fenomeen wordt vaak als negatief beschouwd door de Koerdische nationalisten. Men kan het echter ook als een verrijking voor het cultuurpatrimonium van de Koerden beschouwen (3).

Vanaf het begin van de llde eeuw werd in het Koerdisch geschreven.

Het manuscript van de diwan (dichtbundel) van Ali HERIRI bleef bewaard. Van dan af en gedurende heel de 12de tot de 15de eeuw ontstond een plejade van Koerdische dichters. Wellicht het meest bekende oude Koerdische epische gedicht werd Mem ü Zîn (Mem en Zîn) van Ahmedê Xanî (1650-1706). Ook Cigerxwîn verwijst naar Mem ü Zîn in zijn gedicht Het Leven.

Koerdistan is een paradijs voor wetenschappelijke onderzoekers. Bewonderenswaardig op dit gebied is het werk van Prof. Joyce Blau van het Institut National des Langues et Civilisations Orientales (Sorbonne-Nouvelle) en auteur van o.m. de Dictionnaire Kurde-Français-Anglais. Zij zet het werk voort van de taalkundigen Djeladet Bedir Khan en Roger Lescot.

In het Nederlands bestond tot nu toe één bundel Koerdische poëzie in vertaling nl. van de Koerdische Journalist en auteur Medeni Ferho "Lied der Aarde", eveneens uitgegeven door Tigris, in 1984.

Gerd Cavents

(1) Minorsky, V.: Kurdes, Encyclopédie de l'Islam, Paris, 1926.

(2) De Morgan, J.: Dialectes Kurdes, Mission scientifique en Perse, Paris 1904.

(3) Blau, J.: Mémoire du Kurdistan, recueil de la tradition littérraire orale et écrite, ed. Findakly, Paris, 1984, P.12.


Cigerxwîn

Cigerxwîn werd geboren in 1903 in Hesarê, Noord-Koerdistan. Şêxmus heette hij officieel. Zijn gedichten ondertekende hij echter met Cigerxwîn. Zijn familie was arm. Hij ging naar Amudê in Zuid-Koerdistan voor zijn opleiding als imam (d.i. een voorganger bij het dagelijkse plichtgebed in de Islam).

Hij werkte korte tijd als imam om in zijn onderhoud te voorzien, maar zodra hij de gelegenheid kreeg om dat op een andere manier te doen, nam hij ontslag en begon te werken als landbouwer.

Cigerxwîn bezocht de meeste dorpen en steden van Noord-, Oost- en Zuid-Koerdistan en zag in welke situatie het Koerdische volk verkeerde. De onderdrukking, het geweld van de staten, nl. Turkije, Iran, Irak en Syrië heeft hij aan den lijve ondervonden. Door deze ervaringen veranderde hij zijn naam in Cigerxwîn wat "bloedend hart" betekent. (Ciger=lever, xwîn=bloed). Hij besloot voortaan te werken voor dat onderdrukt volk.

Hij begon te dichten. De belangrijkste thema's zijn de nationale onderdrukking, de maatschappelijke ongelijkheid, de strijd voor betere levensomstandigheden en ook voor vrijheid.

De gedichten in deze bundel werden gekozen uit de zeven dichtbundels van Cigerxwîn. We rangschikken ze chronologisch.

Cigerxwîn heeft zo zijn eigen stijl van dichten. "Als men dicht dan moet het ook dienen om te zingen", zei hij. Daarin is hij bijzonder goed geslaagd. Verscheidene van zijn gedichten worden inderdaad maar al te graag door de Koerdische zangers en zangeressen gezongen en hun opnamen gaan grif van de hand. Enkele van hen zijn dankzij deze gedichten beroemd geworden.

Alle gedichten uit deze bundel worden gezongen, behalve "Mijn Leven In Het Kort". "Wie Ben Ik" is het populairste lied van Şivan Perwer, wellicht de bekendste Koerdische zanger van de laatste jaren. Met 'ik' bedoelt hij 'wij' en 'wij' dat zijn Koerden.

Hij meende dat de jonge generaties -jongens én meisjes- geschoold en vooruitstrevend moesten zijn om in de vrijheidsstrijd te overwinnen.

Cigerxwîn heeft veel Koerdische opstanden meegemaakt. Vanaf de Koerdische opstand van 1925 onder leiding van Sjeik Seîd, vocht hij in alle revoluties tegen de kolonialistische staten die Koerdistan bezetten. Hij werd meermaals opgepakt en bleef jarenlang opgesloten. Hij is fysisch en psychisch gefolterd, vervolgd en onder dwang verhuisd. Zijn familie, vrouw en kinderen werden onder druk gezet en eveneens gefolterd om hem het zwijgen op te leggen.

Maar zwijgen kon hij niet. Zwijgen betekende verraad. Vechten, strijden voor vrijheid was voor hem het eervolste en waardevolste.

Cigerxwîn was een vriend van het volk en een vijand van de rijken die de macht misbruikten. Hij was een vriend van onderdrukte volkeren en een vijand van autoritaire staten.

Hij was een nationalist omdat hij over zijn eigen volk schreef en streed voor hun vrijheid.

Hij was een internationalist. Daarom schreef hij eveneens over de strijd van Noord-Korea (Niet Vechten Tegen De Vrijheidsstrijd Van Korea), over de strijd van Vietnam (DienBien-Fu), voor de strijd van de zwarten tegen de Apartheid (Vriend Paul Robeson) enz.

Hij was voor gelijkheid tussen alle volkeren en rassen maar ook voor gelijkheid tussen man en vrouw. Voor hem was iedereen evenwaardig.

Cigerxwîn was een dichter maar ook een strijder in de klassenstrijd naast de onderdrukten: armen, arbeiders, boeren en vrouwen.

Cigerxwin was een dichter, een schrijver, historicus, vrijheidsstrijder, een nationalist, een internationalist, een bard, een held in het hart van zijn volk.

Hij overleed in ballingschap in Zweden, in 1984.

Derwêş M. Ferho

 




Fondation-Institut kurde de Paris © 2024
BIBLIOTHEQUE
Informations pratiques
Informations légales
PROJET
Historique
Partenaires
LISTE
Thèmes
Auteurs
Éditeurs
Langues
Revues